Op zoek naar sporen van de eerste christenen in Rome
Een bezoek aan de Sint-Pietersbasiliek doet vermoeden dat Paulus of Petrus de eerste christelijke gemeenten gesticht hebben in de wereldstad Rome. Echter, niks blijkt minder waar te zijn. Op het moment dat Paulus via de Via Appia Rome naderde, was hij niet de eerste om het Evangelie in deze stad te brengen. Lukas beschrijft namelijk dat Paulus op deze hoofdweg Romeinse christenen ontmoet, die hem tegemoet gekomen zijn om hem te ontvangen in de hoofdstad van het Romeinse Rijk (Hand 28:15). “Sinds vele jaren” waren er diverse gemeenten in Rome die samenkwamen (Rom. 15:23).
In Paulus’ tijd leefden er zo’n 1,1 miljoen mensen in de stad Rome. Uit Paulus’ brief aan de Romeinen wordt duidelijk dat er op verschillende plaatsen in de stad christelijke gemeenten waren, bijvoorbeeld in het huis van Aquila en Priscilla. Daarnaast waren er groeperingen in de stad rondom verschillende personen, zoals Asynkritus (16:14) en Filologus (16:15). In welke wijken woonden deze mensen en kwamen zij samen?
In de Romeinenbrief wordt duidelijk dat de eerste christelijke gemeenten bestonden uit een gemengd gezelschap van gelovigen uit de Joden (bv. 2:17) en heidenen (bv. 11:16-32). De Joodse gelovigen, die de Schriften kenden en de synagoge hadden bezocht, bleken een grote invloed te hebben in de jonge christelijke gemeenten. In de brief aan de Romeinen worden onder andere de namen Priscilla, Aquila (16:3-5), Andronikus en Junias (16:7) genoemd. Met grote zekerheid kan gezegd worden dat Trastevere één van de wijken was waar deze eerste (van oorsprong Joodse) gelovigen leefden en samen kwamen. Trastevere lag (en ligt) aan de rivier de Tiber, een aanvoerroute uit het oosten, waardoor er in deze wijk veel immigranten woonden en leefden.
Trastevere was extreem druk bevolkt met mensen uit de laagste klasse van de bevolking. De bevolking van Trastevere werkte vaak als havenarbeider of bedreven handel. Ook het tentenmakerswerk wat Aquila uitvoerde, was typisch een beroep van een immigrant. Helaas verdiende hij met dergelijk werk niet veel. Dit blijkt ook wel uit het feit dat Paulus in Athene nauwelijks genoeg had om rond te komen van zijn inkomsten uit zijn tentenmakerswerk (2 Kor. 11:8-9).
De gemeenten in Rome bestonden dus uit gelovigen uit de Joden en heidenen. Over het algemeen waren deze mensen immigranten en geen oorspronkelijke Romeinen. In Romeinen 16 worden namen genoemd van gelovigen in Rome. Een groot deel van deze gelovigen is immigrant; dit is af te leiden van hun Griekse naam. Ook bevonden zich slaven in de Romeinse gemeenten. Er worden in Romeinen 16 namelijk negen namen genoemd, die voornamelijk gebruikt werden voor slaven. In deze tijd was slavernij een springlevend fenomeen: ten minste 40 procent van de bevolking van Italië leefde in slavernij.[1]
De eerste christenen in Rome behoorden voornamelijk tot de laagste klasse van de bevolking. Tijdgenoot Minucius Felix merkte op dat de christenen in Rome mensen waren die gebrek leden, ongeschoold waren en kou en honger leden (12.2). Uit de Korinthebrief van kerkleider Clement, geschreven aan het einde van de eerste eeuw, blijkt dat vele christenen in Rome zichzelf verkochten als slaaf om arme mensen te kunnen helpen (55.2).
Er zijn nauwelijks archeologische vondsten die het bestaan van de eerste christelijke gemeenten in Rome staven. Er is weinig christelijke kunst uit de eerste twee eeuwen na Christus, omdat de financiële middelen ontbraken. Pas vanaf de derde eeuw werden de zogenoemde catacomben door christenen in gebruik genomen. “Een huis van God” of een heiligdom om te bezoeken, bestond niet. Tot in de derde eeuw werden de huizen van gelovigen gebruikt om samen te komen. Hoe armer de eigenaar van het huis was, hoe kleiner de gemeente was. Wanneer een gemeente groeide, was het noodzakelijk om te splitsen. Op die manier groeide het aantal christelijke gemeenten in Rome. Alhoewel de eerste christenen in Rome voornamelijk arm waren, hadden zij een enorme wervingskracht. Want, zo weten we van de Romeinse schrijver Tacitus, tijdens de vervolgingen door keizer Nero (jaren ‘60) was er al een menigte van gelovigen in de stad (Ann. 15.44.4).
Vandaag de dag is er weinig te bezichtigen in Rome wat duidt op de aanwezigheid van de eerste christelijke gemeenten in de eerste eeuwen na Christus. Toch hebben deze eerste christenen tot op heden een blijvende stempel gedrukt op de stad.
De Basiliek van Santa Maria in Trastevere. Deze basiliek is gebouwd in de vierde eeuw, in de wijk Trastevere, één van de gebieden waar de eerste christenen leefden en samenkwamen in de huizen.
Uitzicht over de rivier de Tiber, met het Vaticaan in de achtergrond. Aan de linkerzijde van de rivier bevindt zich de wijk Trastevere.
[1] Lampe, Peter (2003) From Paul to Valentinus, Christians at Rome in the first two centuries, Minneapolis, MN: Fortress Press, 164-183.